In het eerste jaar van de opening van het nieuwe Munchmuseum daar óók direct een eerste internationale conferentie organiseren: conservation scientist Irina Sandu ging met haar collega’s de uitdaging aan, met succes. Het thema van de conferentie in het hypermoderne gebouw was (vrij vertaald): “Edvard Munch en kunst tijdens de eeuwwisseling begrijpen, van het museum tot het laboratorium.” Het werd een vol programma omdat de organisatoren zoveel mogelijk onderzoekers, restauratoren en curatoren aan het woord wilden laten, zowel jong als oud en zowel fysiek als online. Dit resulteerde in divers publiek, een ongedwongen sfeer en veel goede gesprekken met uitzicht op de vooruitstrevende stad Oslo.
Iryn Bijker, schilderijrestaurator en promovendus, april 2022
De skyline van Oslo, met als hoogste gebouw het Munchmuseum
De opening van de conferentie
Presentaties over kunsthistorisch onderzoek en authenticatie van Munch en zijn tijdgenoten
Met koffie of thee in de handen vond op maandagochtend de eerste kennismaking plaats tussen de deelnemers. De eerste sessie betrof presentaties over kunsthistorisch onderzoek en authenticatie van Munch en zijn tijdgenoten. Zo hoorden de deelnemers over moeilijkheden bij het toeschrijven van een kunstwerk aan Munch en Magritte, maar ook de ontdekking van bewijzen zowel in materiaal-technisch onderzoek als in archieven. In de schilderijen van Cesare Laurenti (1854-1936) en zijn leerlingen bijvoorbeeld, bleek een soort slijm uit lijnzaad te zijn toegevoegd aan de tempera, wat de identificatie van hun schilderijen juist ondersteunt.
Na de eerste sessie werd een bezoek gebracht aan de Aula Magna van de universiteit van Oslo, het enige in situ werk van Munch dat nog te aanschouwen is en dat ook nog eens op monumentale schaal! In eerste instantie had de aula geen schilderijen. In het kader van het 100-jarig bestaan aan het begin van de 20ste eeuw, werd echter een wedstrijd georganiseerd om schilderijen toe te voegen aan de toen al imposante ruimte. Deze wedstrijd ging uiteindelijk tussen Munch en Emanuel Vigeland, maar het zijn de werken van Munch die we er vandaag de dag kunnen bewonderen.
Door de ernstige luchtvervuiling in de stad zijn er serieuze problemen met roetdeeltjes geweest die zich afzetten op de verflaag. Meerdere lezingen tijdens de conferentie gingen over het onderzoek naar en de behandeling van Munchs monumentale schilderijen. Door een uitgebreide restauratie ter ere van het 200-jarig bestaan, werd de gehele aula onder handen genomen – inclusief de schilderijen. Bijzonder voor deze restauratie was dat voor elk materiaal dat werd weggenomen, nieuw materiaal moest worden toegevoegd. De ruimte staat immers bekend om de geweldige akoestiek, welke dus absoluut niet mocht veranderen.
Aula Magna: De Zon - Edvard Munch, 1910-1911
Technische kunstgeschiedenis met betrekking tot moderne kunstenaarsmaterialen
Sessie twee betrof technische kunstgeschiedenis met betrekking tot moderne kunstenaarsmaterialen. Een zeer relevant onderwerp, aangezien het Munchmuseum een groot aantal kunstenaarsmaterialen van Munch bezit: van verftubes tot paletten en van caseïneflessen tot krijt. Nadien werden de posters gepresenteerd in een korte pitch voor het offline en online publiek. Met trots heb ik over de eerste resultaten van mijn onderzoek mogen vertellen met de titel “The dawn of industrial-age lead white: clustering of historical production methods.” De presentatie betrof de indeling van 125 productieprocessen voor loodwit op basis van de onderliggende chemische methodologie. Door een schaalvergroting tijdens de industriële revolutie en een beter begrip van het chemisch proces werden namelijk veel nieuwe productiemethodes ontwikkeld welke resulteerden in verschillende subtypes van loodwit. Dit heeft gevolgen voor de eigenschappen én de subtypes kunnen zichtbaar gemaakt worden in schilderijen met behulp van macro X-Ray Powder Diffraction scanning. Een beter begrip van de verschillende loodwitsoorten is dan noodzakelijk om de resultaten van deze beeldtechniek te interpreteren.
De eerste dag werd vervolgens afgesloten met een concert door pianist Dragos Cantea en een drankje op de dertiende verdieping, met uitzicht op Oslo en de omringende natuur.
Iryn Bijker tijdens haar presentatie over industrieel loodwit
Conserverings- en restauratietechnieken van moderne schilderijen en verouderings- en degradatiefenomenen in moderne kunstenaarsmaterialen
De derde sessie betrof conserverings- en restauratietechnieken van moderne schilderijen. Een veel voorkomend probleem bij de collectie van Munch is een loslatende verflaag en in mindere mate ook zoutuitbloeiingen. Er werd zodoende veel aandacht besteed aan het consolideren van verflagen, waarbij innovatieve methodes eruit sprongen die het doordringen van de consolidant in het doek konden verminderen. Bijpassend ging de volgende sessie over de verouderings- en degradatiefenomenen in moderne kunstenaarsmaterialen. Een terugkerend onderwerp was daarbij de Micro Fading Tester (MFT), een methode om de lichtechtheid van materialen te onderzoeken. Op basis hiervan kan vervolgens een goed onderbouwd voorstel worden gemaakt voor tentoonstellingen met betrekking tot het aantal lux dat een kunstwerk kan verdragen. Op deze tweede dag werden de hypermoderne restauratieateliers bezocht als ook de tentoonstellingsruimtes in het museum, met specifieke aandacht voor de schetsen van Munch voor de eerdergenoemde Aula Magna.
Het Munchmuseum
Historische kunstreferentiecollecties
Helaas brak woensdag de laatste dag aan, met een vijfde sessie over historische kunstreferentiecollecties. In het middelpunt van de aandacht stond uiteraard de collectie kunstenaarsmaterialen van Munch, maar ook referentiecollecties van Talens, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Schoenfeld en ‘Behrendt Farben’ werden behandeld. Wist je dat Fritz Behrendt speciaal ontworpen verven maakte voor kunstenaars zoals Emil Nolde? Hij wist immers met zijn achtergrond als kunstschilder heel goed waar kunstenaars nood aan hadden.
Al dit onderzoek is echter maar weinig waard als de kunstwerken niet worden gezien door een publiek. De laatste sessie kon dan ook over niets anders gaan dan museumeducatie en digitale innovatie. Het Munchmuseum heeft een groot team dat met digitale technieken onderwerpen uit de kunstwerken naar voren wil brengen, welke anders waarschijnlijk totaal gemist zouden worden. Zo werd er in een kunsthistorisch onderzoek een verband gelegd tussen het feit dat Munch bij zijn kunstwerken over zieke mensen bewust groene muren schilderde, een mogelijke verwijzing naar het ‘gifgroen’, een extreem toxisch groen pigment. Het team heeft daarbij een digitale ervaring ontwikkeld met vervormde en wazige beelden van de desbetreffende schilderijen, om een vergiftigd gevoel over te brengen. Bij de uitgebreide analyse van deze digitale ruimtes bleken de meningen echter behoorlijk verdeeld. Heel anders dan de meningen over de conferentie: deze waren zeer positief! Het bezoek aan het nog gesloten Nationaal Museum, de spiksplinternieuwe restauratieateliers én een privé-bezichtiging van de hier opgeslagen Schreeuw was daarbij de kers op de taart.
Het restauratieatelier voor textiel
Van de lezingen in de MUNCH2022-conferentie zullen max. 30 artikelen van de conferentie gepubliceerd worden in Conservation Science!