Werkgroep Schilderijen - Workshop Licht op Retoucheren
Maandag 22 Januari 2024
Locatie: Breda – Atelier Eva van Zuien
Organisatie: Johanneke Verhagen, Susan Smelt, Jorinde
Verslag: Louise Wijnberg
We werden hartelijk ontvangen door Eva in haar mooie en goed georganiseerde opgeruimde restauratieatelier, meteen met koffie, thee en taart om te beginnen.
We begonnen de strak georganiseerde volle dag met een presentatie van één van Eva haar werken waar ze momenteel druk mee bezig is; een drieluik uit de XV/XVI e eeuw. Daarnaast heeft ze haar andere werkzaamheden in het Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen waar ze samen met een team op zaal zit te werken aan een gigantische Rubens (dinsdag en vrijdags: https://kmska.be/nl/evenement/studio-rubens). Op 2 Februari kunnen we haar gaan beluisteren tijdens de Picture Meeting naar wat ze o.a. in ’t Boijmans heeft gerestaureerd.
Een PowerPoint werd gepresenteerd door het werkbestuur over licht en kleurperceptie: Workshop Licht op Retoucheerlicht (ong. 35 slides). We hadden ons al kunnen voorbereiden met een beknopte literatuurlijst. Maar uitleg en een herhaling van de theorie was wel noodzakelijk. Het ging over Kleur, Kleurenspectrum, Verschillende lichtbronnen, Metamerisme en Schadelijke invloed van licht.
Er was hard gewerkt door het team want het blijft voor ons allemaal een moeilijk en complex onderwerp. Er is de problematiek van de verschillen en de duur van verschillende lichtbronnen, de aanpassing van het menselijk oog, het meten ervan, etc.
Halverwege kwam Peter Struycken binnen. Een kwieke, mededeelzame en charmante (85) beroemde Nederlandse kunstenaar die zich toegelegd heeft op kleur en licht en al heel vroeg als pionier met digitale media werkte. O.a. in openbare ruimtes (Lichtarcade, Nai Rotterdam, Blauwe Golven, Arnhem, variabele plafondverlichting, Stopera, Amsterdam, etc.). Een tentoonstelling van hem is in voorbereiding in Het Depot van het Boijmans Museum.
Hij volgde met interesse de rest van de presentatie en geeft graag commentaar: ‘Er is geen definitie voor het kleurenspectrum van daglicht, het veranderd voortdurend. Het is een soort dikke deken (plaatje).
TL licht ervaren we als akelig vanwege de 3 pieken (GRB). Ons oog vult het aan. Het heeft een slechte reputatie. Het publiek prefereert warm licht.’ Hij heeft zelf graag met TL gewerkt d.m.v. het combineren van buizen met verschillende kleurwaarden (R + B) en aanvullend spots op zaal. ‘Het licht telt zich op. (Hoewel er nooit een fatsoenlijke TL is gemaakt met breed spectrum).’ Hij heeft o.a. verlichting uitgedacht voor Ex in de zalen van het Boijmans. Hij spreekt zijn onvrede uit over de vaak slechte verlichting op zaal in musea waar je kunstwerken niet goed kunt zien en de kleuren niet kloppen. ‘Lampcombinaties (bv halogeen en TL) worden gebruikt en veel te veel gedimd. Idioot! Bij de lichtbron UV+IR blokken, dan kom je al een heel eind. Is nu de opgave voor LED-fabrikant. Er is weinig kennis bij de musea en de belichtingsexperts komen vaak uit de theaterwereld.’ Hij hoopt dat de restauratoren hier iets aan gaan doen; de enigen die er verstand van hebben! ‘In de VS heb je in veel musea daglicht met een filter. Je krijgt dan wel geel licht, maar het oog past zich aan. En wat neem je als referentie voor de belichting. Je moet uitgaan van de kunstenaar. Wij hebben licht nodig zonder pieken en gelijkwaardig licht.
De toekomst is hoog frequentie en dimmen. Maar de schade van te veel licht is bestudeerd en bv bekend en gevreesd bij de werken van van Gogh. Donkere achtergrond met dimlicht is hiervoor in het museum gekozen. Wat is schadelijk en welke tijdsperiode? Regulering zoeken.
Zie ook o.a. Joseph Padfield, Nat. Gallery London. (Susan): https://www.nationalgallery.org.uk/research/research-resources/research-papers/improving-our-environment
Er is de problematiek van het felle licht van andere bronnen zoals de microscoop, en de kleurwaarden van fotografie (Susan). De kleurverhoudingen kloppen niet. En van de lichtbron voor de restaurator die op zaal werkt zoals Eva in Antwerpen en Jolijn binnenkort bij het Mauritshuis (De stier).
Na een gezonde en heerlijke lunch gingen weer verder met het practische gedeelte van de dag. We werden in twee groepen verdeeld.
Groep I ging o.l. van de Gamemaster Jolijn, het kleurenspel ‘Hues and Cues’ van USAopoly spelen. Leren. Leuk en leerzaam om kleurnuances te vertalen in beknopte taalassociaties zonder de kleur te benoemen. (Het wordt uitgeleend door de werkgroep Schilderijen als je zin hebt om het ook eens te spelen).
Groep II ging aan het werk met Struycken en Susan. Struycken had een zelfgebouwde kist meegenomen. Hiermee kun je inzichtelijk maken de verschillen en tegelijkertijd kleurwaarnemingen van daglicht en belichting met bv een daglichtlamp. De kist is zwart geschilderd van buiten en binnen. Hoogte 51,5 cm, breedte 36 cm en de luikjes die je tegelijkertijd aan de bovenkant kunt open zijn 10 (daglicht) en 35 (lamp) cm breed. De onderkant is open waaronder je een willekeurige kleurwaaier - die Struycken zelf gemaakt heeft - bekijken met invallend daglicht en ernaast met invallend (gedemd) kunstlicht.
Het licht werd door Struycken met zijn kleurmeter gemeten. De Gossen MAVOSPECBASE, die het licht vertaald in een spectrum. Het was heel interessant om de observaties van ons oog in de kist vertaald te zien in het spectrum. Bv het intense geel van een lamp kon je aflezen in een piek in de grafiek. De meeste ‘daglichtlampen’ gaven pieken in het GBR aan. (De hoogte van de pieken is niet belangrijk).
Al de meegebrachte en zeer verschillende lampen konden zo getest worden. Het gaf een mooi overzicht van de daglichtlampen die er de laatste jaren in omloop zijn bij restauratoren voor het retoucheren en het fotograferen van schilderijen. (Een van de eersten Engelbrecht lampen was er niet meer bij – deze werd gebruikt voor het retoucheren van Barnett Newmans ‘Cathedra’ – monochroom ultramarijn schilderij in het Stedelijk M. LW.).
De Kelvin waarde van de lampen werd ook Susan gemeten (op hand afstand).
Het daglicht van die dag op dat moment werd gemeten en er was weinig R en veel B bij de meting. (Grijze dag). Verandert iedere seconde.
De volgende lampen werden gemeten: TL buizen ‘True Light’, twee verschillende halogeenlampen van Deffner&Johann 5521010 lamp, twee verschillende lampen van Nan Guang CN-1200CH lamp, de zaklamp ‘alpha Speherilux’ midi Led van Deffner&Johann, een fotolamp (Jorinde), twee daylight Flood lampen van verschillende leeftijd en ledlamp van Akurat S8.
Struycken beschrijft de kleurverschillen met de termen verzadiging en grijzen.
Ondanks dat de lampen geen ‘deken’ (afgevlakt spectrum) toonden waren de lampen niet al te slecht en werden door de gebruikers als prettig ervaren. Een lamp die tegenwoordig als goed wordt aangeduid en hoopgevend is, is de AKURAT D8, Akurat Lighting D8 mark 2-strong 130W diffusion LED-panel. Heeft een vrij vlak spectrum (Nieuwe LED lamp).
Het mengen van lampen kan ook een oplossing zijn om verschillen te ondervangen.
Er moet rekening gehouden worden met de ouderdom van de lamp!
Een mooi en zeer interessant resultaat van deze metingen – die nog nooit eerder op deze wijze zijn uitgevoerd – is dat er een tabel gemaakt kan worden met alle resultaten van de meegebrachte lampen (grafieken, kleurpieken, Kelvin waarden, kleurobservaties, …) Dit zal uitgewerkt worden door Susan.
Peter Struycken nam hierna afscheidt van ons. Hij had het heel erg leuk gevonden om dit samen met ons te onderzoeken.
Ons laatste onderdeel bestond uit het retoucheren van paneeltjes met verschillende kleine kleurvlakken zonder dat we wisten wat voor kleuren het waren (Voorbereiding door Johanneke en Jessie Carter).
We konden retoucheren bij 3 verschillende daglichtlampen: True Ligtht TL licht – Nan Guang ledlamp en Deffner&Johann halogeenlamp. Er waren 4 verschillende bindmiddelen: Gamblin, Paraloid, Mowilith en Aquasol.
Conclusie: het blijkt dat als je goed kunt retoucheren het niet heel erg uitmaakt bij welke lamp je werkt. Je moet wel oppassen bij Metamerisme en het resultaat verifiëren bij verschillende lampen en daglicht.
Aanbeveling voor een herhaling van deze zeer geslaagde dag!
Nieuwe aanwinst bibliotheek RN Schilderijen:
· David Saunders, Museum Lighting – A Guide for Conservators and Curators, The Getty Conservation Institute, Los Angeles, 2020, pp.328.